Korte geschiedenis
In een vorige publicatie werd ingegaan op de DES-dochters zaak die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht en aan de totstandkoming van de WCAM (“Wet collectieve afwikkeling massaschade”) en later de WAMCA (“Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie"). In 2005 is de WCAM in werking getreden1. Meer informatie hierover kunt u hier vinden in onze vorige publicatie. Deze wet is vrij recent geëvolueerd tot de WAMCA, die op 1 januari 2020 in werking is getreden2.
De WAMCA biedt de mogelijkheid tot de collectieve afwikkeling van massaschade. Bij massaschade treft de schade veel personen en is deze veroorzaakt door één gebeurtenis of meer gelijksoortige gebeurtenissen. De DES-dochters zaak3 illustreerde de behoefte aan een mogelijkheid tot collectieve afwikkeling van massaschade. Een collectieve afwikkeling brengt namelijk aanzienlijke voordelen met zich. Gedupeerden kunnen gezamenlijk procederen waardoor de proceskosten gedeeld kunnen worden. Ook kan veel tijd bespaard worden indien er één grote zaak loopt in plaats van meerdere procedures naast elkaar. Partijen krijgen dankzij de WAMCA in één keer duidelijkheid en er wordt voorkomen dat er eindeloos geprocedeerd wordt. Kortom, de WAMCA maakt het vorderen van schadevergoeding in bepaalde omstandigheden efficiënter en goedkoper.
Volkswagen, Tiktok , Google, Amazon, Salesforce, Allergan, Airbus, GGD en anderen
Genoemde bedrijven hebben gemeen dat zij betrokken zijn geraakt in een WAMCA-procedure. Dit register telt per 29 november 2023 13 afgedane zaken en meer dan 65 lopende zaken, o.m. tegen: de Staat, Twitter, KLM, Vattenfall, Oracle, Airbus, Apple, Peugeot, Citroën, Airbnb, Wibra, Willem-Alexander, Mercedes, Ziggo, XS4all, KPN, Meta, gemeente Amsterdam en de NZA.
Hoofdlijnen WAMCA
Indien een zaak zich leent voor een WAMCA-procedure wordt er een exclusieve belangenorganisatie benoemd. Deze exclusieve belangenorganisatie heeft de verantwoordelijkheid een vordering tot schadevergoeding in te dienen bij de Nederlandse rechter voor en namens de groep belanghebbenden bij de collectieve actie.
Procedure
Stapsgewijs ziet een WAMCA-procedure er als volgt uit:
- Instellen vordering
- Toetsing ontvankelijkheidscriteria van vordering
- Aanwijzing Exclusieve belangenbehartiger (EB)
- Opt-out mogelijkheid
- Inhoudelijke behandeling bij rechtbank
- Poging tot schikking en tweede opt-out mogelijkheid
- Beslissing rechter
Instellen vordering door exclusieve belangenbehartiger
Indien meerdere collectieve acties aanhangig worden gemaakt over eenzelfde gebeurtenis en de latere acties op tijd zijn ingeschreven in het centraal register, moet de rechtbank een exclusieve belangenbehartiger (“EB”) aanwijzen. Deze EB kan een vordering instellen ten behoeve van zijn achterban en krijgt de leiding over de procedure. De EB vertegenwoordigt de belangen van álle benadeelden: dus ook de belangen van benadeelden die zijn aangesloten bij een andere belangenorganisatie4. De EB wordt geselecteerd aan de hand van een aantal criteria. Deze criteria zijn te vinden in artikel 1018e lid 1 a t/m d Rv. Het is vereist dat de EB de belangen van zijn achterban ingevolge zijn statuten behartigt en dat deze belangen voldoende zijn gewaarborgd. Voorts dient de EB over een toezichthoudend orgaan, een internetpagina, voldoende ervaring en relevante deskundigheid te beschikken5. Deze eisen zorgen ervoor dat de EB voldoende in staat is de andere belanghebbenden te vertegenwoordigen en namens hen een schadevergoeding te eisen. De EB dient ook te voldoen aan de representativiteitseis: hij moet over voldoende relevante expertise beschikken dan wel daartoe toegang hebben6.
Er hoeft niet te worden voldaan aan deze representativiteitseis indien een belangenorganisatie een vordering instelt met een ideëel doel en daarbij een zeer gering financieel belang heeft, óf indien de aard van de ingestelde vordering daartoe aanleiding geeft7. Deze uitzondering was van toepassing op de welbekende Urgenda-zaak. Stichting Urgenda daagde de Staat voor de rechter en het Hof was van mening was dat de Staat zijn zorgplicht had geschonden. De Staat had op grond van artikel 2 en 8 EVRM een positieve verplichting om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen en had te weinig gedaan om deze achterstand in te halen8.
De rechter zal toetsen of de belangenorganisatie ontvankelijk is. Om ontvankelijk te zijn dient de belangenorganisatie geen winstoogmerk te hebben en dient de ingestelde rechtsvordering een voldoende nauwe band te hebben met de Nederlandse rechtssfeer9.
Centraal register
Een WAMCA-procedure dient te worden ingeschreven in het centraal register voor collectieve vorderingen10. Dit is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat collectieve vorderingen die zien op dezelfde gebeurtenis(sen) met gelijksoortige feitelijke en rechtsvragen bij dezelfde rechtbank worden ingesteld als waarbij de eerste vordering is ingesteld. Dit centraal register is te vinden op rechtspraak.nl11. Hier zijn ook de afgedane vorderingen te vinden.
Opt-outmogelijkheid
Nadat de EB is geselecteerd, kunnen de belanghebbenden gebruikmaken van de eerste opt-outmogelijkheid12. Dit houdt in dat zij kunnen aangeven niet gebonden te willen zijn aan de uitkomst van de procedure. De opt-outtermijn wordt vastgesteld door de rechter in een tussenuitspraak en bedraagt minimaal één maand. Na de aanwijzing van de EB wordt er ook een pauze in de procedure ingelast zodat een poging gedaan kan worden om tot een schikking te komen.
Indien de partijen tot een schikking weten te komen, moet deze in concept worden voorgelegd aan de rechter waarbij voldaan moet worden aan de eisen die zijn gesteld aan een WCAM-schikking13. De rechter stelt vervolgens aan de hand van de al dan niet gedane voorstellen een collectieve schadeafwikkeling vast. Hierbij dient de rechter de schadevergoeding zoveel mogelijk in categorieën vast te stellen. De rechter moet ervoor zorgen dat er een redelijke vergoeding is en dat de belangen van de benadeelden die geen gebruik hebben gemaakt van de opt-outmogelijkheid voldoende gewaarborgd zijn14.
De uitspraak van de rechter bindt naast de partijen bij de procedure ook de benadeelden die geen gebruik hebben gemaakt van hun eerste opt-outmogelijkheid. Tenzij de uitspraak de goedkeuring van een door partijen getroffen schikking betreft. In dat geval kunnen in Nederland woonachtige benadeelden gebruik maken van de hen toekomende tweede opt-outmogelijkheid. Indien belanghebbenden geen gebruik maken van de eerste noch van de tweede opt-outmogelijkheid, zijn zij gebonden aan de uitkomst van de procedure. Benadeelden die op het moment van de uitspraak niet met hun schade bekend konden zijn, kunnen op een later moment nog besluiten niet mee te doen.
Alle niet in Nederland woonachtige benadeelden zijn niet automatisch gebonden. Zij kunnen gebruik maken van de hen toekomende opt-inmogelijkheid. Tot slot geldt dat individuele procedures worden geschorst zolang de collectieve procedure loopt.
Lees ook: WAMCA in de praktijk.
Over de auteur
Dit artikel is geschreven door Juliette Poelman. Zij is als juridisch medewerker werkzaam bij Poelman c.s.
1 Stb.2005, 380.
2 Stb. 2019, 447.
3 HR 5 oktober 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0706.
4 De WAMCA onder de loep genomen - Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade · BJu Tijdschriften.
5 Artikel 3:305a lid 2 sub a-e BW; Kamerstukken I 2018/19, 34608, A, p. 2.
6 Kamerstukken II 2016,17, 34608, nr. 3, p. 21 (MvT).
7 Art. 3:305a lid 6 BW; Kamerstukken I 2018/19, 34606, A, p.2-3.
8 ECLI:NL:GHDHA:2018:2591.
9 Kamerstukken II 2016/17, 34608, nr. 3, p. 24 (MvT).
10 Artikel 3:305a lid 7 BW; Kamerstukken I 2018/19, 34608, A, p.4.
11 rechtspraak.nl.
12 De WAMCA onder de loep genomen - Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade · BJu Tijdschriften.
13 Zie onze vorige publicatie over de WCAM en artikel 7:907 van het Burgerlijk Wetboek.
14 Artikel 1018i lid 2 Rv; Kamerstukken I 2018/19, 43608, A, p. 9.