Inleiding

In een vorige publicatie is aandacht besteed aan de door de EU aan Rusland opgelegde sancties. Daarin kwam de belangrijke EU-verordening nr. 269/2014 ter sprake (de Sanctieverordening). De Sanctieverordening speelt een belangrijke rol in enkele Nederlandse rechtszaken. Deze publicatie gaat over de uitoefening van stemrechten.

Stemrechten in ondernemingen

In 2022 speelde een rechtszaak die ging over de vraag of de in artikel 2 lid 1 van de Sanctieverordening bedoelde verplichting tot ‘bevriezing’ zich ook uitstrekt tot de uitoefening van het vergader- en stemrecht van een certificaathouder. Het betrof 41,82% van de certificaten van aandelen in Fortenova Group TopCo B.V., dat op haar beurt (indirect) de aandelen houdt in Fortenova Grupa d.d. (Fortenova), gevestigd te Zagreb, Kroatië. Fortenova is één van de grootste bedrijven van Zuidoost-Europa en actief in de detailhandel, voedselproductie en landbouw, met een jaaromzet van meer dan € 5 miljard en meer dan 47.000 werknemers. De certificaten waren uitgegeven door het te Amsterdam gevestigde Fortenova Group Stak Stichting (Fortenova STAK). Houder van de certificaten is het in Moskou gevestigde SBK Art LLC (SBK). Partijen waren het erover eens dat SBK, als (indirecte) dochteronderneming van de op de EU-sanctielijst geplaatste Sberbank, ook onder het sanctieregime valt. Dat betekent dat ook de door SBK gehouden certificaten in Fortenova op grond van de Sanctieverordening zijn ‘bevroren’ (rechtsoverweging 4.5). Fortenova was echter van mening dat het bevriezen ook betekent dat geen gebruik mag worden gemaakt van het aan de certificaten verbonden vergader- en stemrecht (rechtsoverweging 4.6). Dat was de inzet van dit kort geding. De Voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam overwoog dat de tekst van de Sanctieverordening geen concreet antwoord biedt en de verordening dus moet worden geïnterpreteerd (rechtsoverweging 4.7). Daarbij woog de interpretatie die de Europese Commissie aan de verordening had gegeven zwaarder dan de uitleg van het Nederlandse Ministerie van Financiën (rechtsoverweging 4.15: ‘nu de antwoorden van de Commissie voorgaan op die van het Nederlandse Ministerie van Financiën’). De Voorzieningenrechter oordeelde uiteindelijk dat wél gebruik mocht worden gemaakt van het vergader- en stemrecht en overwoog o.m. (rechtsoverweging 4.11):

“Bij een stemming als de onderhavige (over een wijziging in de corporate governance) die geen verandering teweeg brengt ten aanzien van de bevroren certificaten op zich, wordt er geen afbreuk gedaan aan het doel van de sancties. Het door SBK ART al dan niet tegen de voorgestelde wijziging stemmen zal er immers in geen geval toe kunnen leiden dat zij als gevolg van die stemming gelden of middelen naar Rusland zal kunnen laten vloeien.”

Zie voor het vonnis: ECLI:NL:RBAMS:2022:5466.

In hoger beroep werd dit vonnis vernietigd. Volgens het Gerechtshof Amsterdam (oordelende in kort geding) staan de sanctieregels in de weg aan toelating van de certificaathouder tot een vergadering van certificaathouders van het administratiekantoor en aan uitoefening van de stemrechten verbonden aan haar certificaten (zie voor het arrest: ECLI:NL:GHAMS:2022:3691). Hierbij speelde een rol dat de Europese Commissie ná het kort geding-vonnis van september 2022 haar antwoorden op enkele veel gestelde vragen (‘FAQ’) had aangepast en verduidelijkt. Ten tijde van het kort geding in september 2022 luidde het antwoord op vraag 15 nog als volgt:

15. What measure (if any) should competent authorities adopt in respect of listed shareholders with qualifying holdings in an EU bank? Is the freezing of voting rights appropriate/required? In that case, should a proportionality approach be applied, e.g. by starting with increased monitoring of governance?

“Shares qualify as ‘funds’ and therefore must be frozen if belonging to, owned, held or controlled by a listed person. Accordingly, this means that it is prohibited for the listed person to exercise any voting rights which could lead to any change in relation to these shares (e.g. in their volume, amount, location, ownership, possession, character, destination etc.).”

Maar deze toelichting is door de Europese Commissie op 9 november 2022 aangevuld met de volgende passage:

“Either way, since they can be used to obtain funds, goods or services, voting rights as such can be considered an intangible economic resource. This means they should be frozen, i.e. prevented from being used to obtain funds, goods or services in any way. Therefore under no circumstance nor for any purpose may listed shareholders exercise directly or indirectly their voting rights in a company or fund. Voting rights must be fully frozen.”

Hiermee bevestigt de Europese Commissie dat geen gebruik mag worden gemaakt van de stemrechten. Het Amsterdamse Gerechtshof overweegt dat deze ‘guidance’ van de Europese Commissie een gezaghebbende bron vormt voor de uitleg van de sanctieregels vervat in de verordening en ook aansluit bij de interpretatie van het Nederlandse Ministerie van Financiën. Volgens het Amsterdamse Hof past de aanvulling in de laatste update ook bij het uitgangspunt dat sanctiemaatregelen maximaal effect dienen te hebben en duidelijk en voorspelbaar dienen te zijn. Een systeem waarbij steeds per agendapunt moet worden bezien of gelet op de sanctieregelgeving stemrechten mogen worden uitgeoefend of dat ontheffing bij de bevoegde autoriteiten moet worden gevraagd, strookt volgens het Hof niet met de gewenste effectiviteit van de sanctieregelgeving (rechtsoverweging 4.9). Het Gerechtshof Amsterdam vernietigt dan ook het vonnis en wijst de vorderingen van SBK af. Of dit de juiste interpretatie is van de Sanctieverordening staat hiermee nog niet helemaal vast. Het laatste woord daarover is immers aan een ander Hof, te weten het Hof van Justitie van de EU in Luxemburg.

Onze publicaties

Lees alle artikelen

  • 27 juni 2024

    Klimaatvluchtelingen en het VN-Vluchtelingenverdrag

  • 06 juni 2024

    De afdwingbaarheid van een mediationclausule

  • 25 april 2024

    Is de CSDD-Richtlijn een gevaar voor duurrelaties?

  • 21 maart 2024

    ESG-vereisten van de CSDD-Richtlijn

Volg ons op LinkedIn: Poelman c.s. op LinkedIn