Kiribati wordt getroffen door klimaatverandering

Bewoners van Kiribati zien het water steeds dichterbij komen en daarmee hun leefomgeving steeds meer verdwijnen. Kiribati bestaat uit een drietal eilandgroepen midden in de Stille Oceaan en ligt drie tot vier meter boven de zeespiegel. Kiribati is dan ook zeer kwetsbaar voor de negatieve gevolgen van klimaatverandering.1 De Stille Oceaan spoelt steeds meer land weg en deskundigen voorspellen zelfs dat Kiribati tegen 2100 volledig onder water zal zijn verdwenen.2 De leefomgeving van vele eilandbewoners dreigt hiermee ook onder water te verdwijnen waardoor sommige inwoners gedwongen worden te verhuizen om zo het hoofd letterlijk boven water te houden.3 Zo werd ook Teitiota, een inwoner van Kiribati, getroffen door de negatieve gevolgen van klimaatverandering. Samen met zijn gezin vluchtte hij naar Nieuw-Zeeland en deed daar een poging erkend te worden als klimaatvluchteling en langs deze weg een verblijfsvergunning te krijgen.4 Binnen het internationale vluchtelingenrecht neemt het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen5 (hierna: het Vluchtelingenverdrag) een centrale positie in.6 In deze blog zal daarom onderzocht worden of de rechten van klimaatvluchtelingen effectief gewaarborgd worden door dit verdrag.

Publicatiereeks omtrent de rechten van klimaatvluchtelingen

Juliette heeft ter afronding van de Bachelor Rechtsgeleerdheid aan Maastricht University haar scriptie geschreven over de positie van de klimaatvluchteling binnen het internationale recht. Deze publicatie bestaat uit drie delen. In het eerste deel zal aandacht besteed worden aan de begripsomschrijving van de term ‘klimaatvluchteling’ en aan het VN-Vluchtelingenverdrag. In het tweede deel zal de meest bekende zaak omtrent klimaatvluchtelingen, Teitiota t. Nieuw-Zeeland, worden besproken en tot slot zal in het derde deel worden onderzocht of de mensenrechten voldoende bescherming bieden aan de klimaatvluchteling.

Wie is de klimaatvluchteling?

De eerste vraag die beantwoord moet worden is: wie is de klimaatvluchteling? Strikt gezien is de term ‘klimaatvluchteling’ juridisch (nog) niet correct waardoor de status van de klimaatvluchteling ongedefinieerd blijft in het internationale recht.7 Er bestaat veel onenigheid over welke term gehanteerd moet worden. Er wordt onder andere gesproken over ‘milieu ontheemde personen’,8 ‘milieuvluchteling’9 en ‘klimaatvluchteling’.10 Sommigen suggereren dat de term ‘vluchteling’ alleen van toepassing is op mensen die hun eigen regering ontvluchten en daarom niet geschikt is voor degenen die op de vlucht zijn voor de negatieve gevolgen van klimaatverandering.11 Biermann & Boas zien echter geen overtuigende reden om de sterkere term ‘vluchteling’ te reserveren voor een categorie mensen die na 1945 in het middelpunt van de belangstelling stond, en om minder passende termen – zoals ‘klimaat gerelateerde ontheemden’ – te gebruiken voor nieuwe categorieën vluchtelingen die nu gedwongen worden hun huizen te verlaten, met soortgelijke grimmige gevolgen.12 In deze blog zal gebruik worden gemaakt van de definitie van Biermann & Boas in combinatie met de bestaande vluchtelingendefinitie van het Vluchtelingenverdrag. Op deze wijze wordt het begrip ‘klimaatvluchteling’ mijns inziens het beste ingepast in het bestaande internationale recht.

De klimaatvluchtelingendefinitie die gehanteerd zal worden luidt als volgt:

‘een persoon die zijn leefgebied onmiddellijk of in de nabije toekomst moet verlaten vanwege plotselinge of geleidelijke veranderingen in zijn natuurlijke omgeving die verband houden met ten minste één van de drie gevolgen van klimaatverandering: stijging van de zeespiegel, extreme weersomstandigheden en droogte en waterschaarste,13 en zich daardoor buiten het land bevindt waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en ten gevolge van bovengenoemde gevolgen van klimaatverandering verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfsplaats had, daarheen niet kan terugkeren.’14

Een te brede definitie zal geen adequate rechtsbescherming bieden aan degenen die ontheemd zijn door de negatieve gevolgen van klimaatverandering. De definitie van Biermann & Boas heeft een specifiek toepassingsbereik waarbij vooral gefocust wordt op personen die direct zijn getroffen door de gevolgen van klimaatverandering. Voorts biedt de definitie duidelijkheid en precisie doordat het de focus legt op personen die gedwongen worden hun leefgebied te verlaten als direct gevolg van klimaatverandering, zoals de zeespiegelstijging, extreme weersomstandigheden, droogte en waterschaarste. Dit sluit nauw aan bij de huidige wetenschappelijke consensus over de voornaamste gevolgen van klimaatverandering.15

Het Vluchtelingenverdrag

Krachtens artikel 1 onder A sub 2 van het Vluchtelingenverdrag is een vluchteling:

“Een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich buiten het land bevindt waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en ten gevolge van bovenbedoelde gebeurtenissen verblijft buiten het land waar hij vroeg zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren.”

Indien aan alle voorwaarden is voldaan wordt een persoon gekwalificeerd als vluchteling en kan hij de rechten genieten die zijn opgenomen in het Vluchtelingenverdrag. Een klimaatvluchteling valt echter niet binnen de reikwijdte van deze vluchtelingendefinitie, omdat er geen sprake is van een gegronde vrees voor vervolging wegens één van de vijf hierboven genoemde vervolgingsgronden.16

Ten eerste is er geen sprake van vervolging. Of iets neerkomt op ‘vervolging’ wordt beoordeeld op grond van de aard van het recht dat gevaar loopt, de ernst van de beperking of aantasting ervan en de waarschijnlijkheid dat de beperking of de aantasting zich in het individuele geval voordoet.17Hoewel de negatieve gevolgen van klimaaterandering schadelijk kunnen zijn en in sommige gevallen zelfs dodelijk, wordt niet voldaan aan het vereiste van ‘vervolging’ zoals dit momenteel wordt begrepen en gehanteerd in het internationale en nationale recht.18 Een deel van dit probleem ten aanzien van dit vereiste is gelegen in het identificeren van een ‘vervolger’. De regering van een eiland zoals Kiribati, waarvan de bewoners vluchten voor de negatieve gevolgen van klimaatverandering, is bijvoorbeeld niet verantwoordelijk voor de gehele klimaatverandering, noch ontwikkelt zij beleid dat de negatieve gevolgen ervan voor bepaalde sectoren van de bevolking vergroot.

Beargumenteerd zou kunnen worden dat de ‘internationale gemeenschap’ te kwalificeren is als de ‘vervolger’ en dan in het bijzonder de geïndustrialiseerde landen, wier onvermogen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen heeft geresulteerd in de huidige situatie.19 Volgens McAdam levert dit een volledige omkering op van het traditionele vluchtelingenparadigma:

‘whereas Convention refugees flee their own government (or private actors that the government is unable or unwilling to protect them from), a person fleeing the effects of climate change is not escaping his or her government, but rather seeking refugee from – yet within – countries that have contributed to climate change.’20

Het is volgens mij inderdaad lastig vol te houden dat de klimaatvluchteling asiel zoekt in een land dat, net als het land dat hij ontvlucht, kan worden gekwalificeerd als een ‘vervolger’. In veel gevallen zullen klimaatvluchtelingen afhankelijk zijn van de landen die tevens een onderdeel zijn van de reden dat zij rechtsbescherming nodig hebben. Op basis van deze analyse kan geconcludeerd worden dat de klimaatvluchteling niet gekwalificeerd kan worden als verdragsvluchteling, omdat niet voldaan zal worden aan de vereisten van artikel 1 onder A sub 2 van het Vluchtelingenverdrag.

Desalniettemin zouden sommige personen die de grens oversteken als gevolg van klimaatverandering in aanmerking kunnen komen voor de vluchtelingenstatus, namelijk als zij bijvoorbeeld slachtoffer zijn van natuurrampen. Dit kan het geval zijn wanneer zij vluchten omdat hun regering hen doelbewust hulp heeft onthouden of belemmerd teneinde hen te straffen of te marginaliseren op basis van een van de vijf vervolgingsgronden zoals vastgelegd in het Vluchtelingenverdrag.21 Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien een staat prioriteit geeft aan de bescherming van specifieke bevolkingsgroepen, terwijl andere specifieke bevolkingsgroepen deze bescherming op discriminerende wijze wordt ontzegd.22

Conclusie

Aangezien de klimaatvluchteling slechts in uitzonderlijke gevallen een gegronde vrees zal hebben voor één van de vijf limitatieve vervolgingsgronden, biedt het Vluchtelingenverdrag in verreweg de meeste gevallen geen adequate rechtsbescherming voor klimaatvluchtelingen, waardoor gezocht zal moeten worden naar een andere manier om deze bescherming te bieden. In de twee volgende publicaties zal de zaak van Teitiota t. Nieuw-Zeeland besproken en onderzocht worden of de mensenrechten wel voldoende bescherming bieden aan de klimaatvluchteling.

Over de auteur

Dit artikel is geschreven door Juliette Poelman. Zij is als juridisch medewerker werkzaam bij Poelman c.s.

Literatuurlijst

Apap & Harju 2023

J. Apap & S.M. Harju, The concept of ‘climate refugee’. Towards a possible definition (Briefing Europees Parlement), European Parliamentary Research Service 2023, europarl.europa.eu.

Behrman & Kent 2018

S. Behrman & A. Kent, Facilitating the Resettlement and Rights of Climate Refugees. An Argument for Deverloping Existing Principles and Practices, London: Routledge 2018.

Biermann & Boas 2010

F. Biermann & I. Boas, ‘Preparing for a Warmer World. Towards a Global Governance System to Protect Climate Refugees’, Global Environmental Politics (10) 2010, afl. 1, p. 61-67.

Climate Risk Country Profile. Kiribati 2021

Climate Risk Country Profile. Kiribati, Washington: World Bank Group 2021.

El-Hinnawi 1985

E. El-Hinnawi, Environmental refugees (UNEP rapport), Nairobi: UNEP 1985.

McAdam 2012

J. McAdam, Climate Change, Forced Migration, and International Law, Oxford: Oxford University Press 2012.

IPCC 2023

IPCC, Climate Change 2023. Synthesis Report. Summary for Policymakers. Contribution of Working Groups I, II and III to the Sixt Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change, Geneve & Zwitserland: IPCC 2023.

Storlazzi e.a. 2018

C.D. Storlazzi e.a., ‘Most atolls will be uninhabitable by the mid-21st century because of sea-level rise exacerbating wave-driven flooding’, Science Advances (4) 2018, afl. 4, p. 1, DOI:10.1126/sciadv.aap9741.

Waldinger 2015

M. Waldinger, The effect of climate change on internal and international migration. Implications for developing countries (Working paper), Centre for Climate Change Economics and Policy 2015.

UNHCR 2009

UNHCR, Forced Diplacement in the Context of Climate Change. Challenges for States under International Law. Submission to the 6th session of the Ad Hoc Working Group on Long-Term Cooperative Action under the Convention (Working Paper UNHCR), 20 mei 2009.

UNHCR 2020

UNHCR, Legal Considerations Regarding Claims for International Protection Made in the context of the Adverse Effects of Climate Change and Disasters (Working Paper UNHCR), 2020.

1 Climate Risk Country Profile. Kiribati 2021, p. 2.
2 Storlazzi 2018, p. 1.
3 ‘Ruim 100.000 inwoners Kiribati verdrinken in de Stille Oceaan’,
4 Supreme Court of New Zealand 20 juli 2015, Ioane Teitiota v The Chief Executive of the Ministry of Business, Innovation and Employment [2015] NZSC.
5 Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, Genève 28-07-1951.
6 Biermann & Boas 2010, p. 47.
7 Waldinger 2015, p. 3.
8 Apap & Harju 2023, p. 5.
9 El-Hinnawi 1985, p. 4.
10 Biermann & Boas 2010, p. 67.
11 Berhman & Kent 2018, p. 10.
12 Biermann & Boas 2010, p. 64.
13 Biermann & Boas 2010, p. 67.
14 Artikel 1 onder A sub 2 van het Verdrag betreffende de status van Vluchtelingen, Genève 28-07-1951.
15 IPCC 2023, p. 5.
16 McAdam 2012, p. 43.
17 McAdam 2012, p. 43.
18 McAdam 2012, p. 43.
19 McAdam 2012, p. 43.
20 McAdam 2012, p. 43.
21 UNHCR 2009, p. 2.
22 UNCHR 2020, p. 9-10.

Onze publicaties

Lees alle artikelen

  • 17 december 2024

    Klimaatvluchtelingen: mensenrechten

  • 14 november 2024

    Klimaatvluchtelingen: Teitiota tegen Nieuw-Zeeland

  • 27 juni 2024

    Klimaatvluchtelingen en het VN-Vluchtelingenverdrag

  • 06 juni 2024

    De afdwingbaarheid van een mediationclausule

Volg ons op LinkedIn: Poelman c.s. op LinkedIn