Environmental, Social & Governance (ESG)

Op 9 februari 2024 is de stemming binnen het Europees Parlement over een nieuwe Europese ESG richtlijn van de agenda gehaald en uitgesteld. Meerdere lidstaten hebben namelijk aangegeven zich te zullen onthouden van stemming.1 Dit is dan ook een goed moment om te bezien wat ESG ook alweer inhoudt en wat het doel is van de betreffende richtlijn.

Wat is ESG?

Environmental, Social & Governance, oftewel: ESG. De term wordt op het moment veel gebruikt, maar waar gaat dit nu precies over? ESG is een parapluterm die zijn oorsprong vindt in de investeringswereld. Het omvat een breed scala aan maatschappelijke onderwerpen aan de hand waarvan de duurzaamheid en de ethische implicaties van een onderneming kunnen worden vastgesteld.2 Daarbij is bijvoorbeeld relevant hoe een onderneming bijdraagt aan en presteert op het gebied van milieu-uitdagingen en hoe het omgaat met medewerkers, klanten, (lokale) gemeenschappen en stakeholders.3 Het concept is in principe niet nieuw. De maatschappelijke druk op ondernemingen om maatschappelijk verantwoord te ondernemen groeit al jaren. Sinds kort neemt bovendien de druk vanuit de Europese wetgever toe. De voorgestelde CSDD-Richtlijn is een belangrijk voorbeeld daarvan.

Het CSDD-Richtlijnvoorstel

In reactie op de Europese Green Deal van 2019 heeft de Commissie op 23 februari 2022 het langverwachte voorstel voor de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (hierna: het Richtlijnvoorstel) aangenomen.4 Tot op heden wordt de inachtneming van ESG-criteria vrijblijvend gereguleerd door soft law-instrumenten zoals de OESO-Richtlijnen en de UN Guiding Principles.5 Dit zijn juridische instrumenten die dienen als richtsnoer en juridisch niet afdwingbaar zijn. Met het Richtlijnvoorstel moet daar verandering in komen.

Toepassingsbereik

Het Richtlijnvoorstel legt verplichtingen op aan grote ondernemingen, die bepaalde (omzet)drempels overschrijden. Het betreft:

  1. Ondernemingen uit EU-lidstaten die gemiddeld 500 of meer werknemers hebben en een wereldwijde netto-omzet van EUR 150 miljoen (‘groep 1)’;
  2. Ondernemingen uit EU-lidstaten die niet aan het bovenstaande vereiste drempel voldoen, maar die gemiddeld meer dan 250 werknemers hebben en een wereldwijde netto-omzet van meer dan EUR 40 miljoen, indien minimaal 50% van deze netto-omzet wordt gegenereerd in de zogenoemde ‘hoogrisicosectoren’. Onder deze sectoren met een hoog duurzaamheidsrisico vallen o.a. de textielindustrie, de landbouw en visserij en grondstoffenwinning (‘groep 2’);
  3. Non-EU ondernemingen met een netto-omzet van meer dan EUR 150 miljoen in de EU, of met een netto-omzet van EUR 40 miljoen of meer in de EU, als de onderneming ten minste 50% van de wereldwijde netto-omzet genereert in een van de eerdergenoemde risicosectoren (‘groep 3’).6

Nieuwe verantwoordelijkheden

De essentie van het Richtlijnvoorstel is de passende zorgvuldigheidsverplichting (“due diligence”). Ondernemingen die onder het hiervoor genoemde toepassingsbereik vallen, moeten met passende zorgvuldigheid handelen om de negatieve gevolgen van de ondernemingsactiviteiten op het gebied van verschillende ESG-onderwerpen te identificeren, voorkomen, beëindigen of reduceren.7 Onder deze ESG-onderwerpen kan van alles vallen. Denk aan kinderarbeid, grondstoffengebruik, mensenhandel, afvalbeheer etc.8 Het niet voldoen aan deze verplichting zal in Nederland mogelijk leiden tot een combinatie van bestuursrechtelijke en civielrechtelijke handhaving.9 Wat de verplichting extra zwaar maakt voor de grote ondernemingen, is dat het niet enkel om de eigen activiteiten van de onderneming en haar dochterondernemingen, maar ook die van vaste zakelijke relaties in de gehele waardeketen van de onderneming.10 De waardeketen betreft de keten aan ondernemingsactiviteiten die waarde toevoegen met als eindresultaat een product of dienst.11 Op deze manier krijgen dus ook kleinere ondernemingen die onderdeel zijn van de waardeketen van een grote onderneming te maken met de Richtlijn. Hierover meer in de volgende publicatie.

Tijdlijn

Op 23 februari 2022 heeft de Commissie het voorstel voor een CSDD-Richtlijn aangenomen. Op 30 november 2022 is een aangepast richtlijnvoorstel gepresenteerd aan het Parlement.12 Vervolgens heeft op 1 juni 2023 een meerderheid van de parlementsleden vóór gestemd betreffende de positie van het Parlement.13 Op 30 januari jl. is een concept gepubliceerd in opvolging van het voorlopige akkoord van de Raad en het Parlement van 14 december 2023. Zoals eerder benoemd, is de hierop volgende stemming voor de definitieve richtlijn op 9 februari jl. van de agenda gehaald en uitgesteld, nu meerdere lidstaten hebben aangegeven zich te zullen onthouden van stemming.14 Het is nog niet bekend wanneer de stemming alsnog zal plaatsvinden. Zodra de CSDD-Richtlijn definitief wordt aangenomen door het Parlement zullen lidstaten de Richtlijn nog moeten implementeren. Zoals het er nu naar uit ziet, zullen ‘groep 1’ ondernemingen na de implementatie nog twee jaar de tijd krijgen om zich voor te bereiden op de nieuwe verplichtingen. De ‘groep 2’ ondernemingen krijgen daar nog twee jaar extra voor. Naar verwachting zal de Richtlijn dus niet vóór 2026 van toepassing zijn voor ‘groep 1’-ondernemingen, en niet voor 2028 voor ‘groep 2’-ondernemingen. Hoeveel tijd ‘groep 3’-ondernemingen zullen krijgen is nog niet duidelijk.

Conclusie

Met de invoering van de nieuwe CSDD-Richtlijn zullen grote ondernemingen er een zware nieuwe verantwoordelijkheid bij krijgen. Zij zullen met passende zorgvuldigheid moeten handelen om de negatieve gevolgen van de ondernemingsactiviteiten op het gebied van verschillende ESG-onderwerpen te identificeren, te voorkomen, te beëindigen of te reduceren. De grote onderneming draagt deze verantwoordelijkheid voor de eigen onderneming, maar ook voor vaste zakelijke relaties in hun waardeketen. Het zal nog even duren totdat deze verantwoordelijkheden afdwingbaar worden.

Volgende keer: ESG-vereisten van de CSDD-Richtlijn: een gevaar voor duurrelaties?

Over de auteur

Dit artikel is geschreven door Pieter Luttikhuis. Hij is als juridisch medewerker werkzaam bij Poelman c.s.

1 NB: Om het voorstel aan te nemen is een gekwalificeerde meerderheid nodig van 15 landen die ten minste 65% van de EU-bevolking vertegenwoordigen. Zie verder: euractiv.com
2 M. Knapen, ‘ESG: juristen aan de slag voor maatschappij én planeet’, Mr. 2022/5, p. 30; R. Roosjen & S. Vletter, ‘Integratie van ESG-normen in uw maakbedrijf’, maakadvocaten.nl, 21 april 2022.
3 P. Wit & R.J.J. Westerdijk, ‘ESG: een korte inleiding’, Bb 2022/21, p. 70; E.J. Teijgeler, ‘ESG & M&A: waarom ESG-kwesties de blijvende aandacht verdienen’, TOP 2022(7), 347, p. 27.
4 Voorstel voor een Richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 van 23 februari, COM(2022)71 final.
5 O.J.W. Schotel & J.M. Schepel, ‘Het initiatiefvoorstel Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen in internationale context’, MvO 2022/3-4, p. 99; T. Riyazi, ‘De Corporate Sustainability Due Diligence Directive en contractuele verhoudingen’, ORP 2023, nr. 6, p. 14.
6 Zie art. 2 CSDD-Richtlijnvoorstel.
7 H. Koster, ‘Voorstel voor een Richtlijn Corporate Sustainability Due Diligence’, Bb 2022/23, p. 81.
8 Zie de annex bij het CSDD-Richtlijnvoorstel.
9 C.J.W. Baaij & A.G. Castermans, ‘De doelmatigheid van contractuele toezeggingen in de verduurzaming van handelsketens’, NTBR 2022/48, afl. 10, p. 423-424.
10 Art. 3 sub e en f CSDD-Richtlijnvoorstel. Zie ook: S.B. Garcia Nelen, ‘Het voorstel voor een Europese Corporate Sustainability Due Diligence-richtlijn’, Ondernemingsrecht 2022/41, p. 265; O.J.W. Schotel & J.M. Schepel, ‘Het initiatiefvoorstel Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen in internationale context’, MvO 2022/3-4, p. 99; T. Riyazi, ‘De Corporate Sustainability Due Diligence Directive en contractuele verhoudingen’, ORP 2023, nr. 6, p. 14.
11 T. Sturgeon, How do we define value chains and production networks?, IDS Bulletin (32) 2001, afl. 3, p. 9-18; G. Gereffi, Global value chains in a post-Washington consensus world, Review of International Political Economy (21) 2014, afl. 1, p. 9-37.
12 Zie: data.consilium.europa.eu.
13 Europees Parlement 2023, ‘MEPs push companies to mitigate their negative social and environmental impact’, 1 juni 2023.
14 NB.: Om het voorstel aan te nemen is een gekwalificeerde meerderheid nodig van 15 landen die ten minste 65% van de EU-bevolking vertegenwoordigen. Zie verder: euractiv.com

Onze publicaties

Lees alle artikelen

  • 27 juni 2024

    Klimaatvluchtelingen en het VN-Vluchtelingenverdrag

  • 06 juni 2024

    De afdwingbaarheid van een mediationclausule

  • 25 april 2024

    Is de CSDD-Richtlijn een gevaar voor duurrelaties?

  • 21 maart 2024

    ESG-vereisten van de CSDD-Richtlijn

Volg ons op LinkedIn: Poelman c.s. op LinkedIn